O – Bert Brinkman

Bert Brinkman (1937): Veelzijdig en creatief projectleider  

Onderscheid
Belangrijkste bijdragen
Opmerkelijk
Links
 

 

Onderscheid

Dr. ir. A.C. (Bert) Brinkman heeft een indrukwekkende internationale carrière in het wetenschappelijk ruimteonderzoek doorlopen. Hij geldt als een van de pioniers die als projectleider plannen en concepten weet om te vormen tot instrumenten die feilloos blijken te werken in de ruimte. Hij beschikt over uitzonderlijke stuurmanskunst en heeft een passie voor wetenschap. In de jaren zestig van de vorige eeuw is hij betrokken bij de eerste wetenschappelijke satelliet van ESRO, later ESA. Hij zet de eerste stappen op het pad van de kosmische röntgenspectroscopie en is daarna vele malen wetenschappelijk projectleider bij röntgenexperimenten.

Met zijn enorme staat van dienst is Bert Brinkman van onschatbare waarde voor het Nederlandse wetenschappelijk ruimteonderzoek. Zonder de aandacht te verliezen voor de wetenschappelijke inhoud van een project weet hij met grote behendigheid verschillende partijen, afkomstig uit verschillende bedrijfs- en landculturen, effectief met elkaar te laten samenwerken. Naast organisaties uit Nederland zijn dat participanten uit onder meer de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, Duitsland, Italië en Japan. Hij geldt als een kritisch projectleider die een uitstekende teambezetting creëert, zich onder technici en wetenschappers als hun gelijke opstelt en de bovenliggende managementlagen zodanig ‘bespeelt’ dat het belang van het project – de potentiële wetenschappelijke oogst – gewaarborgd blijft.   

   omhoogomlaag

Belangrijkste bijdragen

Bert Brinkman is na de ESRO-II satelliet verantwoordelijk voor de bouw van het Nederlandse röntgenexperiment voor de Astronomische Nederlandse Satelliet (ANS). Mede op basis van deze ervaring raakt hij betrokken bij de Einstein satelliet van NASA, waarvoor onder zijn leiding de röntgentralies worden gebouwd. Daarna volgde een projectleidersrol bij ESA’s EXOSAT-satelliet, en bij de ontwikkeling van de COMIS-groothoekröntgencamera die later vanaf het Russische ruimtestation MIR waarnemingen zou doen. De Wide Field Camera’s van de Italiaans / Nederlandse satelliet BeppoSax worden mede gebaseerd op de ervaring die met COMIS wordt opgedaan en wederom is Bert Brinkman de projectleider. Nederland krijgt de kans om daarna deel te nemen aan zowel NASA’s Chandra-röntgensatelliet (transmissie tralies voor ‘zachte’ röntgenstraling) als ESA’s XMM-Newton-röntgensatelliet (reflectie tralie spectrometer) en in beide gevallen is Bert Brinkman Principal Investigator (wetenschappelijk projectleider).

Tot de meest aansprekende missies behoren:

  • ESRO II B: experiment S37. In 1968 verzamelt het experiment een half jaar lang metingen van röntgenstraling van zonnevlammen. In zachte röntgenstraling blijken zonnevlammen vele minuten na te gloeien, veroorzaakt door de expansie van verhit gas.
  • ANS: Utrechtse röntgentelescoop (1974). Er worden zeker vier belangrijke ontdekkingen gedaan. De telescoop registreert sterke, kortdurende (5 tot 10 seconden) stoten van röntgenstraling uit bolvormige sterrenhopen. Het zijn explosies op het oppervlak van neutronensterren.
    {tooltip class=tooltip_50jaar}Lees meer: andere ontdekkingen{end-link}Verder worden bij andere sterren röntgenuitbarstingen waargenomen zoals bij de zon, maar dan tot wel 1000 keer sterker. Ook blijken sterren vaak voorzien van een corona van ijl, heet gas, zoals de zon die ook heeft. En de telescoop ziet nieuwe röntgenbronnen: witte dwergsterren, supernovaresten en het centrum van het Melkwegstelsel.{end-tooltip}
  • Einstein-satelliet: transmissietralie voor röntgenstraling (1978 – 1981). Er worden röntgenbronnen ontdekt in nabije sterrenstelsels, terwijl voor het eerst wordt aangetoond dat clusters van sterrenstelsels ingebed liggen in ijl, heet gas. Ook worden röntgenwaarnemingen gedaan aan de gasstromen (jets) die ontspringen bij superzware zwarte gaten in de stelsels M87 en Centaurus A.
  • EXOSAT: transmissietralies voor röntgenstraling (1983 – 1986). De satelliet ontdekt variabiliteit (soms periodiek) in vele röntgenbronnen, zoals de actieve kernen van sterrenstelsels en röntgenpulsars (neutronensterren). In het spectrum worden metingen gedaan aan lijnen van ijzer, zowel in als buiten ons Melkwegstelsel. Er worden verder gedetailleerde spectra opgenomen van röntgensterren en supernovaresten.
  • COMIS: groothoekröntgencamera (1987 – 1992). De camera zit gemonteerd op de Kvantmodule, een onderdeel van het Russische ruimtestation MIR. De ervaringen zijn van groot belang voor de Wide Field Camera’s voor BeppoSax. COMIS kijkt naar 65 röntgenbronnen waaronder röntgen(dubbel)sterren, stellaire zwarte gaten, actieve kernen van sterrenstelsels en supernovaresten. Vier bronnen blijken nog nooit te zijn waargenomen.
  • BeppoSax: twee Wide Field Cameras (1996 – 2002). In twee weken tijd leveren de WFC’s al meer gegevens dan COMIS in de hele missie.
    {tooltip class=tooltip_50jaar}Lees meer: gammaflitsen{end-link}Er worden duizenden thermonucleaire röntgenuitbarstingen geregistreerd, waaronder zeldzame explosies op neutronensterren. Veel nauwe dubbelsterren blijken röntgenstraling uit te zenden als gevolg van heet gas dat van de ene naar de andere ster beweegt. Ook worden enorme sterrenvlammen gezien. Maar de belangrijkste ontdekking is de identificatie van gammaflitsen. Die gloeien na in röntgenstraling en daardoor kan meteen de positie nauwkeurig worden vastgelegd. Met optische telescopen ziet men de nagloeiers. Het gaat om zware supernovae in sterrenstelsels op heel grote afstanden.{end-tooltip}
  • Chandra: transmissietralie voor zachte röntgenstraling (1999 – heden). Met ESA’s XMM-Newton vormt dit de meest succesvolle röntgenmissie ooit. De telescopen worden ingezet voor een brede variatie aan wetenschappelijk onderzoek.
    {tooltip class=tooltip_50jaar}Lees meer{end-link}Chandra kan het scherpste ‘zien’, in de orde van 1 boogseconde of minder, terwijl XMM-Newton zwakkere signalen kan oppikken. Het nog steeds doorgaande onderzoek is grensverleggend als het gaat om de bewegingen van heet gas in clusters van sterrenstelsels, actieve kernen van sterrenstelsels, supernovae en –restanten, pulsars waaronder zeer gedetailleerde beelden van bewegende gasmassa’s rond de pulsar in de Krabnevel, heet gas in sterrenstelsels, röntgendubbelsterren met soms exotische combinaties als paren witte dwergen of neutronensterren, of een bruine dwerg bij een zware ster, en … nog veel meer.{end-tooltip}
  • XMM-Newton: reflectietralie voor zachte röntgenstraling (1999 – heden), zie verder bij Chandra.
   omhoogomlaag

Opmerkelijk

Bert Brinkman onderscheidt zich als projectleider door een grote veerkracht en het snel doorzien van welke combinaties van partijen tot een vruchtbare samenwerking kunnen komen. Humor helpt daarbij, zoals bij het ESRO-project: “De champagne was de avond tevoren al genuttigd en we moesten alleen nog even lanceren. Dat leek goed te gaan. Maar toen iemand mij vroeg of m’n detectoren ook waterdicht waren, wist ik al hoe laat het was: de ERSO II was neergestort. We moesten ons testexemplaar zo snel mogelijk ombouwen tot een tweede vluchtmodel. ESRO II B werd een groot succes.”

Opmerkelijk was ook de improvisatie rond de ANS. “De telescoop was niet ontworpen om variabele bronnen te meten maar uit de UHURU-vlucht bleek dat die er wel waren. We hebben toen vlak voor de lancering de elektronica aangepast zodat we die dingen wel konden meten. Maar het zou nog mooier zijn als we de gasvoorraad in de detector nog op peil konden brengen. We hadden bedacht: via een gaatje in de zijkant van de satelliet. Maar dat zou wel 40.000 gulden extra kosten. In overleg met de Fokker-technici hebben we dat gaatje er uiteindelijk officieus ingemaakt…”

Tot verrassing van SRON zelf ontstond de kans om zowel tralies voor NASA’s Chandra-satelliet als voor ESA’s XMM-Newton-satelliet te bouwen. “Dat ging onze capaciteit ver te boven. Johan Bleeker zei: zoek maar een partner. Die vond ik snel in het Duitse Max Planck Institut. Zij konden de tralie-elementen voor Chandra en masse produceren, op basis van onze ontwerpen. Maar later bleek dat het MPI een concurrent was voor Amerikaanse bedrijven, eerder was afgewezen en nu via de achterdeur weer binnenkwam. Ik mocht het gaan uitleggen en … het lukte. Omdat deze combinatie gewoon het beste was voor het hele project.”

Bert Brinkman weet culturele verschillen te overbruggen. “De Amerikanen leggen alles vast in eindeloze documentatie. Maar de Russen doen alles het uit hoofd, zo lijkt het. Ze werken hooguit via ‘protocollen’ en voeren alles robuust uit om eventuele risico’s in te dammen, zonder dat ze vooraf veel onderzoek doen naar die risico’s. Bijgevolg zijn hun spullen altijd zwaar overgedimensioneerd. Geen probleem want ze gebruiken krachtige raketten, die ze overigens lanceren zonder het pathetische aftellen van de Amerikanen en Europeanen. En toch, als je weet hoe, is er prima met hen samen te werken.”

 

Links  

Meer over ESRO II : http://imagine.gsfc.nasa.gov/docs/sats_n_data/missions/esro2b.html
En: http://space.skyrocket.de/doc_sdat/esro-2.htm
Meer over ANS : http://nl.wikipedia.org/wiki/Astronomische_Nederlandse_Satelliet
En : http://heasarc.nasa.gov/docs/ans/ans_about.html
Meer over NASA’s Einstein-satelliet : http://heasarc.nasa.gov/docs/einstein/heao2.html
Meer over EXOSAT van ESA : http://heasarc.nasa.gov/docs/exosat/exosat.html
En : http://www.esa.int/esaSC/120394_index_0_m.html
Meer over COMIS aan boord van MIR :

 

Meer over de Italiaans / Nederlandse BeppoSax en de WFC : http://heasarc.nasa.gov/docs/sax/sax.html
En : http://www.asdc.asi.it/bepposax/
En :

 

Meer over NASA’s Chandra : http://heasarc.nasa.gov/docs/chandra/chandra.html
En : http://www.nasa.gov/mission_pages/chandra/main/index.html
En over Chandra’s LETG : http://chandra.harvard.edu/about/science_instruments.html
Meer over XMM-Newton van ESA : http://heasarc.nasa.gov/docs/xmm/xmm.html
En : http://sci.esa.int/science-e/www/object/index.cfm?fobjectid=18015
En over de RGS : http://xmm.esa.int/external/xmm_user_support/documentation/technical/RGS/index.shtml

Bert Brinkman

Centrum van de Melkwerg zoals gezien door Chandra

Chandra/Hubble M51

ESRO II B

ANS

Einstein

 

EXOSAT

COMIS op MIR

COMIS telescoop

BeppoSAX

BeppoSAX schema met WFC's
XMM-Newton
RGS gratings
RGS schema
Chandra LETG
Chandra LETG+HETG
Chandra
Melkwegstelsel NGC 7314 (XMM-Newton)
XMM-Newton COSMOS field