Extreem ijle of compacte materie in het heelal kan worden waargenomen bij extreme golflengten (röntgenstraling, gammastraling) omdat de materie erg heet is, of zorgt voor verschijnselen waarbij veel energie vrijkomt. Omdat hoogenergetische straling niet door de atmosfeer heen komt, zijn astronomen voor het onderzoek uitsluitend aangewezen op ruimtetelescopen. Vanaf de begindagen van het ruimteonderzoek is het onderzoek bij röntgenstraling en gammastraling een belangrijk aandachtsgebied voor de Nederlandse sterrenkunde. Naast onderzoek van de zon staan allerlei kosmische bronnen die met extreme materie te maken hebben in de belangstelling. Ons land behoort niet alleen tot de toonaangevende landen als het gaat om het onderzoek zelf, maar heeft ook internationale faam verworven door de bouw van satellietexperimenten om deze straling waar te nemen.
Compacte objecten. Sterren kunnen aan het eind van hun leven materie in zeer compacte vorm produceren: witte dwergen, neutronensterren en zwarte gaten.
Van rode dwergsterren die lichter zijn dan ongeveer 80% van de zon – en die numeriek gezien verreweg het meest talrijk zijn – weten we overigens niet precies hoe het sterrenleven eindigt. Vermoedelijk eindigen deze sterren in donkere, koele gasbollen met een kern van dicht opeengepakte – maar geen extreme – materie.
Sterren die zwaarder zijn dan circa 5 zonsmassa’s bereiken een nog extremer eindstadium. Ook het ‘neutronengas’ kan dan de zwaartekrachtsdruk van de meer dan 3 zonsmassa’s zware kern niet weerstaan. Er volgt ineenstorting tot een zwart gat. Zelfs de lichtsnelheid (300 000 km/s) is te laag om de ontsnappingssnelheid van dit object te overschrijden en dus komt er zelfs geen licht vanaf het object. Vandaar de benaming zwart gat.
Extreme ijle materiebevindt zich in en rondom groepen (clusters) van sterrenstelsels. Het bestaan ervan wordt opgemerkt doordat het gas ook heel erg heet is, waardoor het röntgenstraling uitzendt. Bijzonder genoeg blijkt dat het gas ook metalen bevat en dus door een stercyclus moet zijn gegaan.
Voortgezet onderzoek
Hoewel met de huidige generatie röntgen- en gammatelescopen fascinerende resultaten zijn verkregen, leiden die ook weer tot nieuwe vragen. Zoals hoe compacte objecten er in slagen om uit de materieschijf die er omheen draait, materie met hoge snelheid weg te schieten in twee tegenovergestelde richtingen. Om dergelijke vragen te beantwoorden, worden diverse toekomstige missies voorbereid. Dat is met name het geval in landen als Japan, Rusland, China en India, terwijl NASA en ESA plannen voor grote missies annuleren of terugschalen als gevolg van financieringsproblemen. Nederland zet onder andere in op een instrumentenrol aan boord van ESA’s Athena-missie.
De toekomstige missies betekenen veelal een verdere stap in de grootte en scherpte van het beeld, het meten van meer details in spectra en het meten van snelle veranderingen in de tijd. Door het steeds grotere foton-verzamelend oppervlak zijn ze ook steeds gevoeliger zodat zwakke bronnen waarvan we maar weinig fotonen ontvangen toch goed kunnen worden onderzocht. De volgende generatie röntgentelescopen zal het maken van plaatjes (imaging) steeds combineren met het maken van spectra (spectroscopie) omdat de beeldelementen in staat zijn de energie van elk binnenkomend foton nauwkeurig te meten. Lees meer: onderwerpen toekomstige missies
Ontstaan en afkoeling van witte dwergen en neutronensterren / pulsars, waaronder de zeer snel roterende milliseconde pulsars
Ontwikkelingen bij witte dwergen en neutronensterren waar gas wordt toegevoerd. Hierdoor kunnen op gezette tijden explosies ontstaan, maar ook herschikkingen van materie binnen de ster restanten zelf. Dit laatste leidt tot (meetbare) sterbevingen.
Gedrag van zeer sterke magnetische velden rond witte dwergen, neutronensterren en zwarte gaten
Relativistische verschijnselen rond neutronensterren en zwarte gaten
Ontstaan en ontwikkeling van accretieschijven en de rol van materiejets
Gedrag van de verschillende supernovae, zoals witte dwergen die ineenstorten en imploderende kernen van zware sterren
Ontstaan en groei van massieve zwarte gaten in (actieve) kernen van sterrenstelsels
Botsingen tussen (massieve) compacte objecten en de relatie met gammaflitsen
Koppeling via de zwaartekracht van ijl, heet gas in clusters van sterrenstelsels, met donkere materie
Inventarisatie van donkere materie via de ‘gravitatielenswerking’ van zware sterrenstelsels
Testen van de algemene relativiteitstheorie in extreme zwaartekracht.
Spiegels voor röntgenstraling werken via scherende inval en terugkaatsing. Om veel straling in het brandpunt te krijgen wordt een groot aantal spiegels als concentrische cilinders in elkaar gepast
Onderdeel van het afbeeldingssysteem van ESA's INTEGRAL satelliet
Traliesysteem voor rontgenspectra, gemaakt door SRON voor NASA's Chandra satelliet
Reflectietralie-systeem, gemaakt door SRON voor ESA's XMM-Newton satelliet
Tekening van NASA's Chandra satelliet. De telescoop-opening zit rechts en de detectoren bevinden zich links achterin de buis
tekening van ESA's XMM-Newton rontgensatelliet. De telescoop-openingen bevinden zich links. De detectoren zitten rechts aan het einde van de buis
tekening van ESA's INTEGRAL satelliet voor het maken van afbeeldingen en spectra in gammastraling
Witte dwerg Sirius B, de dichtstbijzijnde witte dwergster op circa 11 lichtjaar van de aarde. De witte dwerg is het kleine sterretje links onder, net buiten de gloed van de 'gewone' zware ster Sirius A
Witte dwergster in een planetaire nevel
Neutronenster model. Deze sterren draaien snel rond. Rond de magnetische polen (rood) ontsnapt straling. Ligt de aarde in de baan van deze rondzwiepende 'vuurtorenbundels' dan zien we de ster periodiek oplichten
Tekening van hoe een neutronenster er uit zou kunnen zien
Chandra waarneming van de neutronenster in supernovarest RCW 103
Tijdreeks opnamen van de pulsar in de Krabnevel. De ster draait dertig keer rond zijn as in een seconde
Chandra waarnemingen van de Krabpulsar
Supernova, links onder in dit sterrenstelsel
Supernova restant SN 1006 vastgeled met de Chandra-satelliet. De ster is in ons jaar 1006 ontploft
Indirecte waarneming donkere matere via XMM-Newton
Model van accretieschijf rond super zwaar zwart gat
Model van omgeving zwart gat. Langs de draaiingsas kunnen zogeheten jets ontstaan waarin materie wordt weggeschoten
Animatie van een alleenstaand stellair zwart gat
Model van zwart gat in dubbelsysteem
Sterren bewegen om het massieve zwarte gat in het centrum van de Melkweg
ESA studeerde op een opvolger van XMM-Newton onder de naam IXO/Athena. Het is allerminst zeker of ESA zo'n opvolger zal bouwen
Schema van Astrosat, een project van India voor waarnemingen op verschillende golflengten. De missie moet in 2012 starten
NASA lanceerde op 13 juni 2012 de NuSTAR rontgensatelliet. De spiegels bevinden zich links op tien meter afstand van de detectoren (rechts). NASA verwacht door deze grote brandpuntsafstand zeer gedetailleerde rontgenspectra te kunnen verzamelen
Animatie van het scherpere beeld van NuStar door de grote brandpuntsafstand, in vergelijking met Chandra
NASA's GEMS-satelliet (Gravity and Extreme Magnetism Small Explorer) moet in 2014 worden gelanceerd
De Japanse ASTRO-H satelliet voor rontgenstraling moet in 2014 worden gelanceerd