Door de uitstoot van broeikasgassen warmt de aarde op. De gemiddelde temperatuurstijging steeg in 2024 voor het eerst boven de 1,5 graden Celsius. Dit betekent dat het aardse klimaat verandert en dat heeft gevolgen voor de mens en ecosystemen overal ter wereld. De klimaatopwarming gaat gepaard met steeds grotere weersextremen zoals hittegolven en extreme regenval. Ook is de kans op natuurrampen zoals overstromingen of bosbranden groter.
Satellietgegevens bieden een wereldwijd beeld van de aarde en de atmosfeer en kunnen zo helpen deze impact in kaart te brengen. Deze informatie gebruiken we om ons aan te passen of om onze weerbaarheid te vergroten.
Koolmonoxide uit branden
Natuurbranden komen wereldwijd steeds vaker voor en zijn ook vaak heftiger. Een extreem voorbeeld hiervan zijn de Australische bosbranden van 2019-2020, waarbij miljoenen hectares in vlammen opgingen. Hittegolven en droogte zorgen voor ideale omstandigheden waarin vuur zich razendsnel verspreidt. Ook branden in boreale bossen in 2021 waren uitzonderlijk groot omdat zowel de Noord-Amerikaanse als de Euraziatische bossen tegelijkertijd enorme watertekort ervaarden.
Bij dergelijke branden komt een grote hoeveelheid koolmonoxide vrij, een giftig gas dat een negatieve invloed heeft op de luchtkwaliteit. Satellietmetingen maken het mogelijk om deze emissies in de gaten te houden en beter te begrijpen hoe rook en vervuilende stoffen zich door de atmosfeer verspreiden. Dit helpt niet alleen bij het voorspellen van de impact op luchtkwaliteit, maar ook bij het inschatten van de effecten op het klimaat, aangezien bosbranden naast koolmonoxide ook grote hoeveelheden broeikasgassen zoals CO2 uitstoten.
Stof door verwoestijning
Verwoestijning is de aantasting van land in droge gebieden door menselijke activiteiten en klimaatverandering. Bijna de helft van het aardoppervlak bestaat uit droge gebieden, waar 3 miljard mensen wonen. Voor het leven op aarde heeft verwoestijning grote gevolgen zoals uitputting van grondwater, afname van biodiversiteit, en toename van stof- en zandstormen. Deze stormen hebben een negatief effect op de luchtkwaliteit en verstoren de zonne- en windenergie-infrastructuur. Ook beïnvloeden deze stofstormen het klimaat omdat stofdeeltjes zonlicht reflecteren en warmtestraling van de aarde absorberen. De risico’s van woestijnvorming nemen toe bij verdere opwarming, vooral in Zuid- en Centraal-Azië, West-Afrika en Oost-Azië, maar ook in Europa. Met de nieuwste satellietinstrumenten (PACE/SPEXone, Eartcare/ATLID) kunnen we de hoeveelheidwoestijnstof in de lucht meten. Deze satellietmetingen helpen bij het in kaart brengen van de effecten van verwoestijning op klimaat en luchtkwaliteit.
Methaan uit moerassen
Moerassen vormen de grootste natuurlijke bron van methaan, goed voor een derde van de methaanuitstoot wereldwijd. In een opwarmend klimaat is de verwachting dat de methaanuitstoot uit deze natuurlijke bronnen (verder) toeneemt. Satellietmetingen van methaan in de atmosfeer, maar ook van bodemvocht en overstroomde gebieden, kunnen we gebruiken om een beter beeld te krijgen over methaanuitstoot van moerassen.