Ruimteonderzoeksinstituut SRON, de Universiteit Leiden en de TU Delft stellen zes wetenschappers aan voor gezamenlijk ruimteonderzoek. Het gaat om onderzoek naar exoplaneten, naar de evolutie van structuur in het heelal en naar technologie om nieuwe grensverleggende ruimteinstrumenten te ontwikkelen. De aanstellingen vormen de eerste stap in de intensieve wetenschappelijke en technologische samenwerking die deel uitmaakt van de verhuizing van SRON naar de Bio Science Campus van de Universiteit Leiden (2021). De vacatures voor de zes posities worden naar verwachting vanaf begin 2019 opengesteld.
Het internationale onderzoek naar exoplaneten richt zich steeds meer op de “karakterisatie” van kleine exoplaneten, waaronder mogelijk aardeachtige planeten. Door twee nieuwe onderzoekers aan te trekken – één in Leiden en één in Delft – willen de drie partners hun positie in dit onderzoeksveld versterken. Concreet willen ze een belangrijke rol kunnen spelen in het gebruik van geplande ruimtetelescopen en de ontwikkeling van toekomstige internationale exoplaneetmissies. Daarvoor zijn nieuwe optische systemen nodig. SRON levert nu al bijdragen aan de Europese exoplaneetmissies Plato en Ariel.
Hoe ontstaan kleine en grote structuren in het heelal? Hoe vormen zich sterrenstelsels? Hoe beïnvloedt een superzwaar zwart gat de fysica van het omringende sterrenstelsel? SRON werkt mee aan vier ruimtemissies die deze vragen (deels) kunnen beantwoorden: de röntgentelescopen Xrism en Athena, de Europees-Japanse infraroodmissie Spica en de Europese zwaartekrachtsgolfdetector Lisa. Twee sterrenkundigen gaan zich in Leiden buigen over de waarnemingen; in Delft gaat een experimenteel astronoom werken aan de ontwikkeling van een nieuwe generatie geavanceerde ruimtecamera’s.
Tot slot gaat een onderzoeker zich in Delft richten op de ontwikkeling van technologie voor smallsats, kleine wetenschappelijke satellieten. Smallsats leveren waarschijnlijk binnen tien jaar een belangrijke bijdrage aan het onderzoek vanuit de ruimte, met name aan het aardatmosfeeronderzoek. Ze kunnen dan vermoedelijk sporengassen en de eigenschappen van aerosolen (stof en kleine deeltjes in de atmosfeer) gelijktijdig en heel nauwkeurig in kaart brengen. Dit is erg belangrijk voor het onderzoek naar klimaatontwikkeling en een beter begrip van het effect van aerosolen op de luchtkwaliteit.
Doorbraken
“Deze aanstellingen laten zien dat SRON, de Universiteit Leiden en de TU Delft de inhoudelijke samenwerking erg serieus nemen,” zegt SRON-directeur Rens Waters. “Dat belooft veel voor de toekomst. We komen zo weer een stap dichter bij nieuwe doorbraken in het internationale wetenschappelijk onderzoek vanuit de ruimte.” Hester Bijl, vice-rector magnificus van de Universiteit Leiden: “Dit laat zien dat er al flink wordt geïnvesteerd in de samenwerking nog voordat het gebouw er is. Met de drie nieuwe posities in Leiden versterken we het onderzoek van SRON en intensiveren we de samenwerking tussen Leiden en Delft.” Tim van der Hagen, rector magnificus van de TU Delft voegt toe: “Deze eerste stap onderstreept de kracht van de samenwerking tussen SRON en de beide universiteiten. Zuid-Holland heeft al een krachtig ruimtevaartcluster, met ook ESA/ESTEC en veel hightech-bedrijven, een cluster waar we graag voortvarend een inhoudelijke extra impuls aan geven.”