Op de COP28 in Dubai willen landen nieuwe afspraken maken om emissies terug te dringen. Daarvoor is het nodig om de bronnen te identificeren. Nederland heeft veel ervaring met satellieten die methaanuitstoot monitoren. Onderzoekers van SRON, KNMI, TNO en TU Delft zien met hun huidige ruimte-instrument TROPOMI enorme methaanpluimen boven vuilnisbelten en fossiele brandstofwinning. Ze pleiten nu gezamenlijk voor een leidende rol van Nederland om wereldwijd meer van dit laaghangende fruit te identificeren. ‘Alle kennis is aan boord. Nederland heeft een unieke kans om de wereld bij de hand te nemen in de monitoring van methaan maar daar is lange termijn inzet nodig.’
Overzicht van alle door TROPOMI waargenomen methaanpluimen, over het jaar 2021.
Menselijke methaanuitstoot is voor een belangrijk deel—45%—verantwoordelijk voor de netto opwarming van de aarde. Anders dan CO2 verdwijnt methaan relatief snel—al na tien jaar—uit de atmosfeer, zodat minder uitstoot ook snel minder concentratie in de lucht betekent. De uitstoot van methaan blijft echter stijgen.
Laaghangend fruit
Door de korte levensduur van methaan levert het aanpakken van de uitstoot snelle klimaatwinst op. En dan is een deel van die uitstoot ook nog sterk geconcentreerd op bepaalde plekken. Daar lekken enorme methaanpluimen weg vanuit zogenoemde super-uitstoters. Dit zijn vaak vuilnisbelten, kolenmijnen of olie- en gasinstallaties. ‘Dat is het laaghangende fruit in de strijd tegen klimaatverandering,’ zegt Aaldert van Amerongen (SRON) van het Nederlandse Clear Air Consortium. ‘Alleen al de methaan-super-uitstoters die we zelf ontdekken hebben samen een grotere klimaatimpact dan de totale broeikasgasuitstoot van heel Nederland, dus inclusief CO2. Als we die lekkages aanpakken boeken we snelle klimaatwinst met weinig moeite. Dan moet je ze wel eerst identificeren en dat kan wereldwijd met satellieten. En dat is precies waar we in Nederland heel goed in zijn.’
Nederlandse expertise
Binnen het Clear Air Consortium werken SRON, KNMI, TNO en TU Delft samen aan onderzoek en technologie rond emissiemonitoring. Sinds 2017 ontdekken ze met het Nederlandse TROPOMI ruimte-instrument steeds meer grote methaanlekken. TROPOMI heeft dagelijkse wereldwijde dekking, maar relatief lage resolutie. Daarom werken ze aan de TANGO-satelliet die vanaf 2027 CO2 en methaan moet gaan meten. ‘We zien nu slechts het topje van de ijsberg,’ zegt Kees Buijsrogge (TNO). ‘Met beter inzicht in lokale emissiebronnen kunnen landen doeltreffender beleid ontwikkelen om de uitstoot te verminderen. De potentie van Nederland als gidsland op dit gebied wordt wereldwijd erkend, daarom moeten we vasthouden aan dit technologisch leiderschap.’
Het consortium roept de Nederlandse overheid op om klimaatonderzoek en satellietmonitoring als belangrijke missie op te nemen in haar Lange Termijn Ruimtevaartagenda.
Monitoring noodzakelijk
Hoewel er wereldwijd nog aan wetgeving rond methaanuitstoot wordt gewerkt, worden er op de COP28 al verschillende controlemechanismen gelanceerd, van onder meer de Verenigde Naties. Hun IMEO-MARS initiatief spreekt super-uitstoters aan op hun lekkages en maakt deze na enige reparatietijd publiek. ‘De VN zetten zich in voor het terugdringen van methaan- en CO2-uitstoot, maar ze hebben beperkt zicht,’ zegt Pepijn Veefkind (KNMI). ‘Er is sterke behoefte aan goede monitoring van broeikasgasemissies, wereldwijd, frequent en tot op het niveau van de individuele vervuiler. Nederland heeft de capaciteit die het verschil kan maken, dus laten we onze verantwoordelijkheid nemen en hierin de leiding nemen.’
Clear Air is een consortium van wetenschappelijke instellingen die werken aan de monitoring van de aardatmosfeer vanuit de ruimte. Het bestaat uit SRON, KNMI, TNO en TU Delft.
Methaanpluimen vanaf kolenmijn aan de westkust van Australië, gemeten door TROPOMI.
Researchers call for Dutch leading role in global methane monitoring
At COP28 in Dubai, countries are looking to reach new agreements to reduce emissions. This requires the identification of emission sources. The Netherlands has extensive experience in emission monitoring from space. Researchers from SRON, KNMI, TNO and TU Delft see huge methane plumes over landfills and fossil fuel installations with their current space instrument TROPOMI. They are now jointly advocating for the Netherlands to take a leading role in identifying more of this low-hanging fruit worldwide. ‘We have all the necessary knowledge. The Netherlands has a unique opportunity to lead the world in monitoring methane, but that requires long-term commitment.’
Overview of all methane plumes measured by TROPOMI in 2021.
Human methane emissions account for a large portion – 45% – of net global warming. Unlike CO2, methane disappears from the atmosphere relatively quickly – after ten years – so less emissions quickly mean lower concentrations in the air. However, methane emissions continue to rise.
Low-hanging fruit
Because of methane’s short lifetime, tackling emissions brings quick climate benefits. What is more, some of these emissions are also highly concentrated in certain places. Huge plumes leak away from so-called super-emitters. These are often landfills, coal mines or oil and gas installations. ‘This is the low-hanging fruit in the fight against climate change,’ says Aaldert van Amerongen (SRON) of the Dutch Clear Air Consortium. ‘If we only consider the methane super-emitters we find ourselves, they already have a combined climate impact greater than the total greenhouse gas emissions of the whole of the Netherlands, including CO2. If we tackle those leaks, we can make quick climate gains with little effort. But first you have to identify them, which can be done worldwide with satellites. And this is something we are very good at in the Netherlands.’
Dutch expertise
Within the Clear Air Consortium, SRON, KNMI, TNO and TU Delft collaborate on research and technology related to emissions monitoring. Since 2017, they have discovered more and more large methane leaks with the Dutch space instrument TROPOMI. TROPOMI has daily global coverage, but relatively low resolution. That is why they are working on the TANGO satellite to measure CO2 and methane from 2027 onwards. ‘We only see the tip of the iceberg,’ says Kees Buijsrogge (TNO). ‘With better understanding of local emission sources, countries can develop more effective policies to reduce emissions. The Netherlands’ potential as a leader in this field is recognised worldwide, so we must maintain this technological leadership.’
The consortium is calling on the Dutch government to include climate research and satellite monitoring as a key mission in its long-term space agenda.
Monitoring needed
Although legislation on methane emissions is still being developed globally, several monitoring mechanisms are already being launched at COP28, by the United Nations and others. Their IMEO-MARS initiative addresses super-emitters about their leaks and makes them public after some time for repairs. ‘The UN is committed to reducing methane and CO2 emissions, but they have limited view,’ says Pepijn Veefkind (KNMI). ‘There is an urgent need for proper monitoring of greenhouse gas emissions, globally, frequently and down to the level of individual polluters. The Netherlands has the capacity to make a difference, so let us take responsibility and lead the way.’
Clear Air is a consortium of R&D organisations working on world-leading atmospheric monitoring research in support of climate action to reduce air pollution and biodiversity loss. It consists of SRON, KNMI, TNO and TU Delft.
Methane plumes from coal mines on the west coast of Australia, as seen by TROPOMI.