Tot 1920 bepaalde de zon de gemiddelde grondtemperatuur op aarde. Maar vanaf 1920 heeft een steeds sterkere extra component invloed op de aardtemperatuur. Een zon-onafhankelijke component die zorgt voor een gemiddelde temperatuurstijging van op dit moment ongeveer 1 graad Celsius. Dat komt uit nieuwe berekeningen van SRON-oprichter en oud-directeur Kees de Jager, oud SRON-onderzoeker Hans Nieuwenhuijzen en analog design engineer Ad Nieuwenhuizen. In het maartnummer van Zenit leggen zij uit hoe zij hun conclusies trekken.
Eerder publiceerden De Jager en Nieuwenhuijzen al een artikel in ‘Natural Science’ getiteld “Terrestrial ground temperature variations in relation to solar magnetic variability, including the present Schwabe cycle.” Voor de nieuwe berekeningen maakten zij in hun formules gebruik van recent verbeterde inzichten voor de invloed van zonnevlekken, waarbij niet het aantal individuele zonnevlekken, maar het aantal zogenoemde vlekkengroepen een maatstaf blijken voor de sterkte van de invloed van de zon.
Samen met SRON-medewerker Ad Nieuwenhuizen werken De Jager en Nieuwenhuijzen aan een vervolgonderzoek. Daarover verschijnt binnenkort een paper in “Journal of Space Weather and Space Climate”.