European research grant for exoplanet researchers

 De exoplaneet-onderzoekers dr. Jean-Michel Desert (Universiteit van Amsterdam/SRON) en dr. Ir. Frans Snik (NOVA/Universiteit Leiden) krijgen een Starting Grant van de European Research Council (ERC). Deze prestigieuze beurs van 1,5 miljoen euro is bedoeld voor aanstormend wetenschappelijk talent om hun eerste onderzoeksgroep te vormen. Jean Michel DesertJean-Michel Desert (Universiteit van Amsterdam/SRON) gaat de komende jaren de verscheidenheid aan nieuwe exoplaneten in kaart brengen. Hij bestudeert daarvoor exoplaneten die vanaf de aarde gezien voor hun moederster langs draaien (transit) en zo een heel minieme sterverduistering veroorzaken. Bij zo’n sterverduistering kunnen astronomen de atmosfeer van de planeet analyseren. Desert wil antwoorden krijgen op vragen als: hoe is de planeet ontstaan, hoe is het klimaat en is de planeet bewoonbaar?

Desert: “En natuurlijk antwoord op de meest prangende vraag: zijn we alleen in het heelal?”Desert, verbonden aan het Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek van de Universiteit van Amsterdam, en aan ruimteonderzoekinstituut SRON, gaat zijn onderzoek doen met telescopen op de grond en in de ruimte. Eén van deze telescopen is de James Web Space Telescope, de opvolger van de Hubble Ruimtetelescoop. Deserts onderzoek wordt de eerste uitgebreide, diepgaande, vergelijkende studie om de eigenschapen van exoplaneten als een populatie te begrijpen. Hierbij hoort ook onderzoek aan de moederster zelf, die met uitbarstingen de bewoonbaarheid van planeten zou kunnen beïnvloeden.

Snik: Coronograaf
Frans Snik gaat technologie ontwikkelen om uiteindelijk de atmosferen en oppervlakken van aardachtige exoplaneten te bestuderen. Snik: “Met onze vloeibaar-kristal coronagraaf onderdrukken we de felle halo van sterlicht. Zo kunnen we exoplaneten direct in beeld krijgen. En in combinatie met spectroscopie en met polarisatie-metingen kunnen we dan de eigenschappen van exoplaneten in ongekend detail achterhalen.”Eerst gaat Snik met zijn techniek waarnemingen doen met de grootste huidige telescopen. Daarna wil hij de technologie toepassen bij de European Extremely Large Telescope (E-ELT). Met die reuzentelescoop, die in 2024 af moet zijn, kunnen astronomen voor het eerst direct naar leefbare planeten rondom nabije sterren op zoek gaan. Snik: “Als we dan een rotsachtige exoplaneet op de juiste afstand van de ster vinden, zetten we meteen ons arsenaal aan technieken in om zo’n planeet te karakteriseren en misschien zelfs aanwijzingen voor buitenaards leven te vinden.”

Zijn we alleen?
Het gezamenlijke exoplanetenprogramma van de UvA en SRON richt zich op het onderzoeken van de samenstelling van de atmosfeer van exoplaneten. SRON richt daarnaast op het ontwikkelen van trechnologie en instrumenten voor internationale ruimtemissies die dit onderzoek mogelijk moeten maken. Uiteindelijk willen de UvA en SRON de vraag kunnen beantwoorden of er buitenaards leven is of kan bestaan.

De James Webb Telescoop gaat vanaf 2018 vooral de atmosfeer van gasreuzen en superaardes in kaart brengen. In de jaren erna (2020-2035) hopen de exoplaneetonderzoekers nieuwe ontdekkingen te doen met de ruimteobservatoria Ariel en PLATO. Ariel, een missie die nog door de Europese ruimtevaartorganisatie ESA moeten worden geselecteerd, richten zich op de analyse van de atmosfeer van gasreuzen en superaardes. PLATO, wel al geselcteerd door de ESA, richt zich mede op kleinere, rotsachtige exoplaneten. In de huidige plannen wil SRON aan deze missies ook bijdragen met testfaciliteiten (PLATO) en uitleeselektronica (Ariel).

Contact

Jean-Michel Desert, Anton Pannekoek Instituut voor Sterrenkunde, Universiteit van Amsterdam Tel: 020 525 7466, e-mail: desert@uva.nl, klik hier voor de persoonlijke webpagina.
Frans Snik, Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie en Sterrewacht Leiden, Universiteit Leiden Tel:071 527 8431, e-mail: snik@strw.leidenuniv.nl, klik hier voor de persoonlijke webpaginaebpagina.

Exoplanet researchers dr. Jean-Michel Desert (University of Amsterdam/SRON) en dr. Ir. Frans Snik (NOVA/Leiden University) will receive a Starting Grant from the European Research Council (ERC). With this prestigious grant (1,5 million euros) talented young researchers can form their first research group.