On July 23rd, exactly 10 years have passed since the Chandra space telescope (NASA) was launched. A Dutch instrument on board still provides a new view on X-rays from space, including X-ray emission from black holes. X-ray astronomer prof. Frits Paerels from New York, who is deeply involved in the development and exploitation of the instrument, is visiting the space-research institute SRON this month.
Op 23 juli 1999 bracht een Amerikaanse Space Shuttle de Chandra satelliet van ruimtevaartorganisatie NASA de ruimte in. De ruimtetelescoop heeft één onderdeel aan boord dat niet door Amerikanen is gebouwd, maar door SRON in Utrecht. In het instrument, de “Low-Energy Transmission Grating” (LETG) zitten gouden tralies waarmee sterrenkundigen de röntgenstraling uit het heelal nauwkeuriger dan ooit op golflengte kunnen scheiden.
Ruimteonderzoekers kunnen sinds de lancering van Chandra met de gouden tralies van SRON nieuwe feiten ontdekken. Het meetinstrument is vooral geschikt om meer te leren van objecten die je in een telescoop alleen als een fel puntje ziet. Met de metingen die de tralies opleveren, kunnen sterrenkundigen de temperatuur en samenstelling bepalen van sterren, neutronensterren en de gassen rond zwarte gaten.
Zwarte gaten
Met de tralies is het voor het eerst mogelijk om te zien welke processen er rondom zwarte gaten plaatsvinden. Voor 1999 was er al bekend dat zwarte gaten soms gas en stof uit de omgeving aantrekken en een straalstroom van deeltjes weer terug de ruimte in slingeren. Waarnemingen met LETG laten zien dat er van alles gebeurt in de hete gasschijf rondom het gat. Er komt niet alleen een sterke bundel van deeltjes uit, maar er waaien ook sterke winden van het zwarte gat af. Er is zoveel waar te nemen dat sterrenkundigen nog lang niet alles wat ze met LETG zien kunnen verklaren.