Röntgentralies: De weg geopend naar röntgenspectrometrie. Er zijn twee manieren om met een tralie een röntgenspectrum te maken. De eerste is een transmissie-, of doorlatingstralie. Die beeldt het spectrum af op de detectoren waarmee ook de ‘gewone’ beelden worden opgenomen. De tweede is het reflectietralie. De hoek waaronder de uiteengerafelde straling afbuigt, hangt af van de golflengte. Het spectrum wordt ‘opzij’ van de optische as gemeten met aparte detectoren.
Verzonken tralies: Gedetailleerde spectra met compacte instrumenten. Reflectietraliesysteem voor optische golflengten, gebruikt voor atmosferisch onderzoek van de aarde. Een spectaculaire technische oplossing om zeer efficiënte en gevoelige spectrometers te bouwen in een heel klein volume. De breking van de straling vindt plaats binnen (‘immersed’) het silicium element.
Gasgevulde sensoren en dradenkamers: Fotonen met hoge energie gemeten. Veeldraden kamers en miniproportionele telbuizen. De fotonen van de straling die je wilt meten, veroorzaken een ionisatie-effect in de detector. Dat effect wordt geregistreerd. Uit de registratie is te achterhalen wat de kenmerken van het foton zijn.
Röntgenspectrometrie met calorimeters: Afbeeldingen en spectra via slimme detectoren. Afbeeldingen maken bij verschillende energie van de fotonen. Er zijn in algemene zin twee technieken: wel en niet diepgekoeld. Het eerste gebeurt met ccd-techniek. Diepe koeling is nodig voor de juiste werking van warmtemeters die minieme temperatuurverschillen als gevolg van het absorberen van een individueel foton, kunnen registreren.
Röntgencamera’s: Creatieve technieken voor afbeeldende systemen. Harde röntgenstraling kun je niet in een afbeelding samenbrengen met lenzen en spiegels van glas. Twee geheel verschillende alternatieven zijn telescopen die werken met scherende inval op bijzondere metalen spiegels, en het gebruik van een metalen gaatjesmasker aan de voorkant van de camera.
Vluchtelektronica: Onmisbare schakel tussen meting en resultaat. Succesvolle ruimte-experimenten leunen als het ware op faciliteiten aan boord van de satelliet. Dit varieert van elektronica tot computers, en van data-opslag tot warmtehuishouding. De onderliggende technologie moet bestand zijn tegen grote temperatuursverschillen, vacuüm, kosmische straling en nog veel meer.
Gammaspectrometrie: Samenstelling meten van de heetste gassen. Over het gehele elektromagnetisch spectrum, van radio- tot gammastraling, laten chemische elementen hun vingerafdruk achter via spectraallijnen. Om ze te meten moet je per klein golflengtegebied de stralingsintensiteit meten. Hoe doe je dat voor de meest energierijke straling?
Heterodyne techniek: Het onmeetbare toch meetbaar gemaakt. Verinfraroodstraling en submillimetergolven hebben frequenties van honderden tot duizenden gigahertz. Elektronica is eigenlijk niet snel genoeg om dergelijke straling goed te meten. Behalve als een aparte techniek wordt toegepast: het mengen van het hemelsignaal met dat van een kunstbron. Het levert zwevingen op van een lagere frequentie die goed zijn te versterken en te meten.
Spectropolarimetrie: Meer informatie halen uit elektromagnetische straling. Licht, in het algemeen elektromagnetische straling, kan loodrecht op de bewegingsrichting in allerlei richtingen trillen. Als er een (lichte) voorkeursrichting ontstaat, is de straling gepolariseerd. Dit kan ontstaan bij de verstrooiing van straling een deeltjes. Polarisatie meten bij verschillende golflengten levert informatie op over de aard, de vorm en de ruimtelijke oriëntatie van de deeltjes.
Optica en optomechanica: Formidabele prestaties tussen spiegel en detector. Belangrijk onderdeel in allerlei instrumenten waarbij straling moet worden gefocusseerd met behulp van lenzen en spiegels. Optica afkomstig uit Delft vindt zijn weg naar ruimte-experimenten voor astrofysisch en aardgericht onderzoek.