Henk van de Hulst (1918–2000): Zet Nederland op de kaart van het mondiale ruimteonderzoek
OnderscheidProf. dr. H.C. (Henk) van de Hulst is een van de grondleggers van het mondiale, Europese en Nederlandse wetenschappelijk ruimteonderzoek. In het kader van het Internationale Geofysisch Jaar (1957) wordt ook nagedacht over de mogelijkheden die raketten zouden kunnen bieden voor onderzoek aan de aarde en de ruimte. De lancering op 4 oktober 1957 van de Sputnik-1 door de Sovjet-Unie zet de zaken in een stroomversnelling. Los van alle politieke implicaties blijkt later dat de deur naar echt ruimteonderzoek is geopend. In november 1958 wordt Van de Hulst door Jan Oort gevraagd een bijeenkomst bij te wonen van de Internationale Astronomische Unie (IAU) in Londen. Enkele dagen later keert Van de Hulst terug als de eerste voorzitter van de Committee on Space Research (COSPAR): een neutrale keuze tussen de grootmachten Amerika en Rusland. COSPAR zou uitgroeien tot een belangrijke drijvende kracht achter toekomstig internationaal wetenschappelijk ruimteonderzoek. Europa reageert tijdens het eerste COSPAR-symposium in 1960 met de oprichting (in 1961) van de Commision Préparatoire Européenne de Research Spatiale (COPERS). Henk van de Hulst zit in het bestuur. In 1964 gaat COPERS op in de European Space Research Organisation (ESRO), een van de voorlopers van de huidige European Space Agency (ESA). Nederland behoort tot de Europese landen die zich van meet af aan sterk maken voor (inter)nationaal ruimteonderzoek. Op 5 maart 1960 wordt de Nederlandse Commissie voor Geofysica en Ruimteonderzoek opgericht. Voorzitter wordt opnieuw Van de Hulst en hij bedenkt ook de afkorting GROC voor deze commissie. Uit deze commissie komt op 1 oktober 1961 de Werkgroep Ruimteonderzoek van Zon en Sterren voort, met als voorzitter Kees de Jager. In deze werkgroep, de voorloper van het huidige SRON (Stichting Ruimteonderzoek Nederland, nu Netherlands Institute for Space Research), wordt in Nederland de ontwikkeling en realisatie van ruimteonderzoek geconcentreerd.
Belangrijkste bijdragenHenk van de Hulst hanteert als motto “Het maakt niet zoveel uit wat je doet, als je het maar goed doet”. De latere thema's van het Nederlandse ruimteonderzoek hebben weinig te maken met zijn oorspronkelijke sterrenkundige specialisatie: lichtverstrooiing aan deeltjes. Henk heeft de gave om, ook op voor hem vreemde terreinen, toch snel tot de essentie door te dringen door het stellen van de juiste vragen. Zijn organisatorische talenten worden door Boudewijn Swanenburg, oud-student van hem en later zelf vooraanstaand ruimteonderzoeker, omschreven als “een perfect manager schijnbaar zonder dat hij iets organiseerde.” Vergaderingen duren kort, zijn effectief en achter de schermen regelt hij de beste condities om onderzoek en ontwikkeling te doen. Zijn stijl lijkt nonchalant maar is in werkelijkheid zeer precies. Gewapend met potlood en vlakgom is hij steeds “voorbereid op aanpassingen”. Henk van de Hulst levert een grote bijdrage aan de totstandkoming van de beide ‘nationale’ satellieten van ons land: ANS en IRAS. In zijn latere werk geeft hij aanzetten tot de ontwikkeling van verschillende (ruimte)onderzoeksterreinen in de sterrenkunde.
OpmerkelijkHendrik Christoffel (Henk) van de Hulst (1918 – 2000) is een zoon van de vroeger vermaarde schrijver van kinderboeken W.G. van de Hulst. Hij is in de sterrenkundige geschiedenis onlosmakelijk verbonden aan de ontwikkeling van de radiosterrenkunde. In de oorlogsjaren berekent hij dat neutraal waterstofgas in ons Melkwegstelsel en elders in het heelal zwakke radiostraling moet uitzenden bij een golflengte van 21 centimeter. In 1951 wordt die straling daadwerkelijk ontdekt, kort na elkaar in het Amerikaanse Harvard, in het Nederlandse Kootwijk en in het Australische Sydney. Henk van de Hulst heeft een belangrijk aandeel in het maken van de eerste (radio)kaart van ons Melkwegstelsel waarop de spiraalstructuur voor het eerst te zien is aan de ligging van de wolken met neutraal waterstofgas. Henk van de Hulst krijgt voor zijn werk tal van belangrijke wetenschappelijke prijzen uitgereikt. Voor het brede publiek is de vernoeming van planetoïde 2413 (Van de Hulst) naar hem misschien het meest in het oog springend. Temeer daar nummer 2412 naar zijn vrouw Wil is vernoemd.
LinksOnderscheid Belangrijkste bijdragen Opmerkelijk
| |
De canon "Vijftig jaar Nederlands ruimteonderzoek" is opgesteld in 2012.