In de afgelopen decennia zijn er duizenden planeten ontdekt buiten ons zonnestelsel, exoplaneten genaamd. Astronomen schatten dat de meeste sterren één en vaak meerdere planeten herbergen. De Melkweg alleen al heeft honderden miljarden sterren. Reken maar uit. De ontdekkingen van exoplaneten hebben aangetoond dat de klassieke architectuur van ons zonnestelsel niet standaard is; er is een rijke verscheidenheid aan systemen ontdekt. Zo zijn er bijvoorbeeld reuzenplaneten die in slechts enkele dagen een baan om hun gastheerster voltooien of planetenstelsels met veel dicht opeengepakte rotsachtige planeten. Ook zijn er nieuwe klassen planeten ontdekt: de zogenaamde Superaardes en Sub-Neptunes.
We staan nu voor de taak om deze rijkdom aan planetaire diversiteit te verklaren. Bovendien heeft de ontdekking dat planetenstelsels zo veel voorkomen de vraag of er ergens anders in het heelal leven kan bestaan intrigerender gemaakt dan ooit tevoren. Het exoplaneetonderzoek van SRON richt zich op de karakterisering van het binnenste en de atmosferen van exoplaneten. Welke gassen kunnen we vinden? Wat zegt dit over de chemie in de atmosferen? We gebruiken de chemische eigenschappen van de atmosfeer als een probe voor de evolutionaire geschiedenis en het ontstaansmechanisme van de planeet.
We werken aan deze vragen door atmosferen en interieurs te modelleren, software te schrijven en gegevens van ruimtetelescopen te analyseren. We zijn ook betrokken bij de ontwikkeling van die telescopen, zoals PLATO en Ariel.