SRON-onderzoeker Pieter de Visser is genomineerd voor de verkiezing Wetenschapstalent 2019 van New Scientist. Op 31 mei wordt tijdens New Scientist Live de uitslag bekend gemaakt. Breng nu je stem uit! Via deze link is dat binnen tien seconden gepiept. Stemmen kan tot 6 mei.
SRON researcher Pieter de Visser is nominated for New Scientist’s Wetenschapstalent 2019. On May 31th the winner will be announced at New Scientist Live. Cast your vote now! You can easily do so through this link. Voting closes on May 6th.
Als je in het donker een foto maakt met je smartphone is het resultaat een korrelig beeld vol ruis. En dan sta je vaak nog vlakbij het object. Probeer dan maar eens een goede foto te maken van een planeet die vele lichtjaren verderop door het heelal zweeft – dat is haast onmogelijk. Onze beste telescopen vangen maar één enkel lichtdeeltje per seconde van zo’n planeet op. Om dat ene lichtdeeltje goed op te vangen, zonder ruis, ontwikkelt Pieter de Visser zogenoemde Microwave Kinetic Inductance Detectors (MKIDs).
MKIDs hebben een temperatuur van dichtbij het absolute nulpunt, waarbij ze zich in een supergeleidende toestand bevinden. In deze toestand vormen elektronen paren. Als een lichtdeeltje invalt, worden duizenden van die paren gebroken. De MKID meet hoeveel van deze paren gebroken zijn en registreert zo wat de energie is van elk invallend lichtdeeltje. Dat levert nuttige informatie op en het stelt de detector bovendien in staat om de oorsprong van elk signaaltje te identificeren. Alles wat niet van de betreffende exoplaneet komt, gaat de vuilnisbak in. Dus kun je MKIDs met recht ruisloos noemen. De Visser onderzoekt de natuurkundige processen die zich afspelen in de detector en wil daarmee de gevoeligheid verbeteren.
De energie—of de kleur—van het licht geeft belangrijke informatie over de atmosfeer van de planeet. In het licht van een planeet zijn niet alle kleuren even sterk aanwezig, maar het laat een spectrum vol pieken en dalen zien. Daarin zijn de streepjescodes af te lezen van specifieke stoffen. Als we bijvoorbeeld een variatie zien in de hoeveelheid zuurstof, zou dat weleens het gevolg kunnen zijn van leven. Daarmee hopen astronomen in de toekomst te bepalen of buitenaards leven op andere planeten voorkomt.