Een internationaal team ruimteonderzoekers van onder andere SRON heeft vastgesteld dat een door hen onderzochte ster niet alleen om zijn as draait, maar dat die as zelf ook rondtolt met een periode van zeven jaar. De hiervoor gebruikte metingen zijn gedaan met een door SRON gebouwd instrument aan boord van de ESA-röntgensatelliet XMM-Newton. De resultaten, die een belangrijke stap zijn in het onderzoek naar het binnenste van neutronensterren, verschijnen binnenkort in het tijdschrift Astronomy & Astrophysics.
Hoe zwaarder een ster, des te heviger zijn dood. Aan het eind van zijn leven ontploft een zware ster met een supernova explosie. Wat overblijft, is de ineengestorte sterkern waarvan de zwaartekracht zo extreem is dat alle materie in elkaar is geperst tot neutronen. Deze neutronenster zendt aan de polen straling uit en draait daarbij snel om zijn as zodat er een vuurtoreneffect ontstaat. Vanaf de aarde gezien knippert de ster aan en uit, vandaar dat ze ook pulsars worden genoemd. Deze pulsars staan er al jaren om bekend dat zij uiterst stabiel zijn. De knipperfrequentie is zelfs nauwkeuriger dan een atoomklok.
Toen de Europese XMM-Newton satelliet gelanceerd werd, gebruikten de astronomen die ermee werkten de temperatuur van de pulsar RXJ0720.4-3125 als ijkpunt voor hun metingen met de onder leiding van SRON gebouwde röntgendetector. “De ster zendt alleen röntgenstraling uit en dat is zeldzaam,” legt Cor de Vries, instrument scientist bij SRON, uit. In 2004 werd echter duidelijk dat deze ster helemaal niet zo stabiel is. De temperatuur nam eerst toe om vervolgens weer te dalen. Dit blijkt veroorzaakt te worden doordat we steeds verschillende delen van de ster zien. “De rotatie-as zelf tolt rond met een periode van ongeveer zeven jaar. Waarschijnlijk komt dit doordat de ster niet rond maar een beetje eivormig is. Het is pas de tweede pulsar waarbij deze tolbeweging is ontdekt”, aldus De Vries.
Eenzame ster
RXJ0720.4-3125 is in meer opzichten een zeldzame ster. De pulsar staat alleen in de ruimte. Hij is geen deel van een dubbelster en er is geen materieschijf rond de ster aanwezig. Dit komt slechts bij zeven andere neutronensterren voor. “We hebben vijf jaar metingen gedaan. Doordat nu de duur van de tolbeweging is vastgesteld, is het ook mogelijk om meer te weten te komen over de structuur van de ster”, aldus sterrenkundige De Vries. Behalve dat de ster tolt, blijkt ook dat de twee poolgebieden een verschillende temperatuur hebben en niet even groot zijn.
Het onderzoek aan deze mysterieuze ster gaat door. Inmiddels zijn er ook al metingen verricht met een instrument van SRON-makelij aan boord van de röntgensatelliet Chandra van NASA.