Zonder licht en zonder zwaartekracht weten raketslaplantjes niet meer waar ze het moeten zoeken. Dat is de conclusie die 70 000 deelnemers aan het educatief ruimte-experiment Seeds in Space gisteren trokken nadat ESA-astronaut André Kuipers hen via een in-flight call in het Space Journaal de uitslag van zijn proef in de ruimte had laten zien. De deelnemers, vooral leerlingen uit groep 7 en 8 van de basisschool, startten vier dagen geleden hun experiment gelijktijdig met Kuipers. Over de uitslag werd al volop gespeculeerd, maar over één ding was iedereen het eens: zoiets maak je maar één keer in je leven mee.
Seeds in Space is de meest in het oog springende educatieve component van missie DELTA, de ruimtevlucht van André Kuipers. Samen met de astronaut onderzochten de deelnemers hoe ontkiemende plantenzaadjes weten wat boven en onder is, en of de onkiemende plantjes nu naar het licht toe groeien of van de zwaartekracht af. Op aarde is de vergelijking met en zonder licht te maken. Uitsluitsel over de invloed van zwaartekracht kon alleen Kuipers geven. Nadat minister Van der Hoeven afgelopen donderdag met Kuipers het officiële startschot had gegeven door als eerste water bij de zaadjes te doen, gaf de astronaut gisteren de uitslag van zijn ruimteproef. "In het donkere bakje weten de plantjes niet welke kant ze op moeten groeien. Ze zien er een beetje bleek en bruin uit en groeien allemaal in een andere richting ", verklaarde Kuipers in een rechtstreekse beeldverbinding vanuit het ruimtestation. "In het lichte bakje ziet alles er een stuk gezonder uit. De plantjes proberen duidelijk naar het lichtgat toe te groeien."
Dat de plantjes in het donkere bakje van André gedesoriënteerd zouden raken had Koen Weterings stiekem wel verwacht. Maar over één ding is de plantenbioloog van de Seeds in Space projectgroep toch oprecht verbaasd. "Ik had niet verwacht dat de plantjes in het donkere bakje van André korter zouden zijn dan de plantjes in het lichte bakje." Proefjes op aarde laten volgens de bioloog iets heel anders zien. "Plantjes in het donker groeien hier juist harder. Pas als ze licht gevonden hebben gaan ze langzamer groeien, zodat ze al hun energie kunnen gebruiken om groen en gezond te worden." Waarom dit in de ruimte anders gaat kan Weterings nog niet onmiddellijk verklaren. "Misschien heeft het te maken met de samenstelling van de lucht in het ruimtestation. Maar wie weet geeft daar één van de Seeds-deelnemers over een aantal jaar wel het antwoord op, als astronaut of als ruimteonderzoeker."
Is Seeds in Space hiermee afgelopen? "Nee hoor", zegt Jack van Loon van het ruimte-experimentbureau DESC, dat samen met het Nationaal Instituut voor Ruimteonderzoek SRON het initiatief nam voor het project. "Wie vanavond de groeiraket een kwartslag draait, kan morgen zien hoe de plantjes zich aanpassen aan de verandering van de oriëntatie ten opzichte van de zwaartekracht. Je kunt de groeiraket bovendien gebruiken voor een heleboel andere proefjes: verschillende plantjes vergelijken, de temperatuur variëren, de oriëntatie veranderen, ga zo maar door."
"Maar vergeet ook de wedstrijd niet.", zegt Leen van den Oever, die namens het Nederland Instituut voor Biologie (NIBI) betrokken is bij Seeds in Space. Tot 15 mei kunnen deelnemers die kans willen maken op een bezoek van André Kuipers aan hun school een maquette voor een ruimteschip aanleveren. De details staan op www.seedsinspace.nl.
"Maar de essentie van Seeds in Space is in ieder geval overgekomen", denkt projectleider Niek de Kort, "Wetenschap is iets wat je moet dóen en wat geweldig spannend is. Je kunt erover blijven nadenken, het houdt nooit op."
"En", vult Jasper Wamsteker van SRON aan, "Seeds in Space heeft nog eens heel duidelijk gemaakt wat een bijzondere laboratoriumomgeving de ruimte eigenlijk is. Je kunt er experimenten doen die op geen enkele ander manier zijn uit te voeren op aarde. Dat is precies de reden waarom veel professionele onderzoekers zo graag hun proef in de ruimte willen laten uitvoeren."