Status | In ontwikkeling |
Lancering | 2026 |
Ruimtevaartorganisatie | ESA |
Type | Zichtbaar / Infrarood (500 – 1000 nm) |
Orbit | Heliocentrisch (L2) 1.5 million km behind Earth |
SRON-instrument | 11 camera’s |


Meer planeten dan sterren
Astronomen vermoeden dat het heelal meer planeten dan sterren bevat. Een planetenstelsel rond een ster zou meer regel dan uitzondering zijn. Om dat te bevestigen gaat PLATO honderdduizenden sterren tegelijk jarenlang in de gaten houden. Naar verwachting levert dat een breed scala op aan nieuw ontdekte planeten. Daaronder zullen zich waarschijnlijk ook planeten bevinden die veel op de aarde lijken, met een rotsachtig oppervlak, een afstand tot de moederster waar vloeibaar water mogelijk is, een atmosfeer en een stabiele moederster. Hoeveel PLATO er daarvan vindt zegt veel over hoe zeldzaam ons zonnestelsel is.
Dipjes in sterlicht
De meest gebruikte manier om planeten te ontdekken is zoeken naar dipjes in de lichtkracht van een ster. Als planeten onder de juiste hoek rond hun moederster draaien, verduisteren ze periodiek hun moederster als ze er voorlangs kruisen. Voor planeten zoals de aarde—klein en met lange omlooptijd—is deze samenloop van omstandigheden zeldzaam. Ook daarom moet PLATO zoveel sterren zo lang bekijken. PLATO leidt hiermee af hoe groot de planeten zijn en of een atmosfeer mogelijk is op basis van de omvang van de dipjes in de lichtkracht en de snelheid waarmee de effecten wegsterven.
Jupiter-achtige planeten
Daarnaast kan PLATO ook Jupiter-achtige planeten in detail bestuderen. Net voordat zulke planeten achterlangs hun ster gaan, zorgt dit effect juist voor meer licht door als een volle maan sterlicht te weerkaatsen via hun wolkendek. Als de planeet daadwerkelijk achter de ster verdwijnt, sterft dit effect snel weg.
Hiermee ziet de telescoop hoeveel sterlicht zijn wolken reflecteren aan de dagkant. Dit zegt veel over het weersysteem. De grote hoeveelheden lichtcurves die PLATO zal bekijken zeggen ook iets over de honderdduizenden sterren zelf, waaronder hun massa, omvang, leeftijd en vooral hun variabiliteit. Daarmee brengt PLATO ook in kaart welke soorten planeetsystemen mogelijk zijn op welk moment in de levensloop van sterren.
Vanaf 2029 zal ESA’s Ariel telescoop de atmosferen bestuderen van een selectie van door PLATO ontdekte planeten.

Groot blikveld
PLATO’s 26 camera’s zorgen samen voor een ongekend groot blikveld voor een planetenjager. Met 49 bij 49 graden heeft de telescoop een venster op de hemel dat ruim drieduizend maal zo groot als de volle maan zoals we die vanaf aarde zien. Elke camera houdt binnen zijn eigen stukje hemel meer dan honderd sterren continu in de gaten. De camera’s hebben ieder een diameter van twintig tot vijfentwintig centimeter. Door het totale blikveld over 26 camera’s te verdelen heeft PLATO minder last van ruis. De meeste camera’s nemen elke 25 seconden een beeld, terwijl twee ‘snelle’ camera’s iedere 2,5 seconden afdrukken.

Ruimtesimulator
SRON heeft in haar cleanroom een speciale simulator gebouwd die de omstandigheden van de ruimte nabootst. In een vacuüm en bij extreme temperatuurschommelingen tussen -110 en 40 graden Celsius testen SRON-engineers daar elf van PLATO’s 26 camera’s stuk voor stuk met kunstmatig sterlicht. Omdat ze de lichtbron zelf produceren weten ze precies welke waardes de camera zou moeten meten. Zo vinden ze uit op welke temperatuur elke camera moet worden gekalibreerd voor een optimaal beeld na lancering.