Lancering | 1999 |
Status | Actief |
Baan | Geocentrisch (sterk elliptisch) |
Ruimtevaartorganisatie | NASA |
Type – Röntgen | Kleurbereik van 0,12 – 12 nanometer (0,09 – 10KeV) |
SRON-bijdrage | Low Energy Transmission Grating LETG |

Wetenschappelijke metingen met Chandra
Chandra is ontworpen als een algemeen observatorium voor röntgenstraling waarmee astronomen naar hete gassen in het heelal kunnen kijken. Die gassen komen voor in de volgende objecten:
• Stellaire coronae: sterkransen
• Atmosferen van witte dwergen
• Binaire systemen: röntgendubbelsterren
• Cataclysmisch variabelen: sterren die onregelmatige uitbarstingen of oplaaiingen vertonen
• Actieve galactische kernen: actief slurpende superzware zwarte gaten in de centra van melkwegstelsels
• Supernovarestanten: gassen die overblijven als een ster ontploft
• Clusters van Melkwegstelsels: hete gassen die rond grote groepen sterrenstelsels hangen, ver in het heelal.
Voor objecten die zichtbaar zijn als nevel is Chandra uitstekend geschikt om allerlei details in het gas vast te leggen. Voor puntbronnen, zoals sterren en zwarte gaten, kunnen de tralies worden gebruikt om het licht in kleuren uit elkaar te rafelen. In dit spectrum zijn vaak heldere lijnen te zien (emissielijnen) of juist donkere lijnen (absorptielijnen) die worden veroorzaakt door atomen in het gas. Met die gegevens kunnen sterrenkundigen bepalen welke temperatuur het gas heeft, waar het uit bestaat en welke snelheid en richting het gas heeft. Daardoor is het mogelijk om zelfs in een puntbron, die op een plaatje alleen als een ster te zien is, te bepalen wat er met de gassen in het object aan de hand is.


Met de zo gedetailleerde spectra, onthult Chandra veel emissie- en absorptielijnen, en dus informatie over de samenstelling en dynamiek van verschillende objecten. Dit variëert van coronae van sterren dichtbij en supernovaresten, tot de omgeving van zwarte gaten en clusters van sterrenstelsels in het verre heelal.
Uitgebreide beschrijvingen, in tekst, audio, video en beeld, van de vele wetenschappelijke waarnemingen van Chandra worden sinds 1999 tot nu ontsloten op de Chandra Science website van Harvard.
De instrumenten van de Chandra telescoop
De telescoop van Chandra bestaat uit speciale cilindrische spiegels en is ongekend scherp, met een hoekresolutie van ongeveer een halve boogseconde. Dat betekent dat de telescoop een object ter grootte van een tennisbal op 27 kilometer afstand kan onderscheiden. Chandra heeft achter de spiegels twee camera’s om röntgenbeelden mee te maken, en twee tralies om röntgenkleuren bínnen dit beeld heel goed van elkaar te kunnen onderscheiden.
De rol van de tralies
De tralies kunnen op verzoek van de astronoom die de waarneming doet wel of niet achter de spiegel worden geklapt. Zonder tralies maakt de telescoop een gewone röntgenfoto, maar als de tralies achter de spiegel gedraaid zijn, projecteren ze het spectrum van het object waar de astronoom naar kijkt op de camera. Het lijkt op de regenboog die een CD kan projecteren als er licht op valt. Zo kan de telescoop op meerdere manieren worden gebruikt. Chandra heeft een camera met CCD’s (Charge Coupled Devices) of MCP’s (Multi Channel Plates) die elk hun eigen voordelen hebben.
De tralies werken het beste als er naar puntbronnen gekeken wordt. Als het object meer als nevel zichtbaar is, kan het spectrum niet goed bepaald worden. In die gevallen kan Chandra alleen een foto maken.
De rol van Nederland bij Chandra: tralie van SRON
SRON heeft een belangrijke rol gespeeld in de wetenschappelijke meetmogelijkheden van Chandra. Het idee van SRON voor de Low Energy Transmission Grating (LETG) werd door NASA geselecteerd in 1984. SRON is de leidende onderzoeksinstelling voor de LETG, de zogeheten Principal Investigator-instelling, en dus eindverantwoordelijk voor het hele wetenschappelijke experiment in de ruimte met het lage-energie-tralie.
Het rooster van de LETG bestaat uit 540 elementen, elk met een ragfijne structuur van duizend parallelle, onafhankelijke gouddraadjes per millimeter. Twee structuren ondersteunen de dunne draden. SRON en het Max Planck Institut für Extraterrestrische Physik (MPE) hebben de Low Energy Transmission Grating (LETG) geleverd. De roosters zijn gefabriceerd en getest door MPE. SRON heeft de ringvormige structuur ontwikkeld waarin de roosters zijn geplaatst. Bij het NLR vonden vervolgens de trillingstesten plaats, om te controleren of de ringen waar de tralies aan vast werden gemaakt de lancering zouden overleven.